Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zij zullen daarhenen springen als een gedruis van [19]wagenen, op de [20]hoogten der bergen; als het gedruis ener vuurvlam, die stoppelen [21]verteert; als een machtig volk, dat in [22]slagorde gesteld is. 19. Dat is, met zulk gedruis, alsof men een hoop, wagens hoorde op de bergen, waar zij zulk een bulderen en rammelen maken, dat men het verre van daar kan horen. 20. Hebr. hoofden 21. Dat een groot geruisch en gekraak veroorzaakt. 22. Zie Zef.2:7,8.